Plaatsing van terrastegels

Om terrastegels te plaatsen, gebruik je best het verlijmen als plaatsingsmethode. Verlijm zeker niet rechtstreeks op een betonplaat. De tegelvloer zou de dimensionale schommelingen niet verdragen. Je plaatst de terrastegels dus best op een gewapende chape. De chape moet los staan van de betonplaat, bijvoorbeeld door eerst een folie of een drainerende mat te plaatsen. De gewapende chape moet mooi egaal liggen en voorzien zijn van een afschot van 1 à 2 cm per m.
De ondergrond moet schoon zijn en bij warm weer moet hij eerst overvloedig bevochtigd worden.

Voor de plaatsing van tegels op je terras, heb je een elastische cementlijm nodig. Vaak kun je “flex” lezen op de verpakking, omdat hij een zekere flexibiliteit heeft, die de bewegingen van de ondergrond gedeeltelijk absorbeert.
Je begint met de mortel op de ondergrond te spreiden en daarna strijk je deze open met een lijmkam. Eenzelfde laag breng je aan op de rugzijde van de tegel. Je drukt de tegel aan en klopt zachtjes aan met de rubberen hamer.

Voor zwaardere of dikkere tegels in natuursteen bestaan er specifieke cementlijmen. Die lijmen zijn ook nuttig om grotere oneffenheden van de ondergrond op te vangen. Indien je regelmatige voegen wil bekomen, kan je eventueel kleine kruisjes tussen de tegels leggen.

Uiteraard moeten de tegels ook gevoegd worden. Bij de meeste cementlijmen moet je 24 uur wachten voor je kunt beginnen met voegen. Bij fris en vochtig weer wacht je best 48 uur. Het voegen van de tegels doe je met een vooraf gedoseerd product van het type flex. Je giet het mengsel met de aftrekker nat op de tegels en spreidt het uit in gekruiste banen. Het teveel kun je wegvegen met een spons. Wacht zeker 24 tot 48 uur voor je het terras gebruikt.
Wanneer je een aansluiting hebt met het metselwerk en andere obstakels, of wanneer je tien lopende meter overschrijdt (5 m voor zeer donkere tegels), moet je een uitzettingsvoeg voorzien, gelijk aan de dikte van de tegel.

Bron: Beter bouwen en verbouwen